Dr. Vijai S. Shankar MD.PhD.

India Herald

Houston, USA

10 December 2008

 

 

 

“Vrijheid of Gevangenschap”

 

De pen is machtiger dan het zwaard. Vandaag de dag is het geldwezen machtiger dan de pen, want het brengt beide, pen en zwaard, voort. De tentakels van het geldwezen reiken verder dan die van een octopus. Het drukt zijn stempel op alles wat in deze wereld met de mens te maken heeft. Handel, transport, eten en drinken, onderwijs, bouw, amusement, oorlog en vrede, comfort en rijkdom, religie en spiritualiteit, et cetera, alles wordt door het financiële raderwerk in beweging gehouden.

 

Wijze mensen verklaren dat de wereld een illusie is. In dat geval moet ook geld een illusie zijn. Illusoir betekent niet dat het niet bestaat. Illusoir betekent dat het bestaat maar niet zoals de geest zegt dat het bestaat. Zelfs de betekenis van de woorden zou illusoir moeten zijn als de wereld van de mens illusoir is. Er is slechts één wereld en één leven voor de verlichten en voor de mens, maar de wereld en het leven van de wijze mens zijn niet zoals de mens zich voorstelt. Voor de verlichten zijn leven en wereld tijdloos en gedachteloos, en ze moeten dat voor de mens ook zijn omdat wereld en leven voor beiden gelijk zijn. De mens denkt dat het leven en de wereld bestuurd worden door de mens en zijn gedachten. De illusie dat dat zo is, is voor de mens een realiteit. Op het moment dat het inzicht doorbreekt dat de wereld, de mens en de geest illusoir zijn, is de mens verlicht. Ook geld is een gedachte en dus noodzakelijkerwijs illusoir en niet echt.

 

Evenals al het andere moet ook het geldwezen worden begrepen. Men moet zich bewust worden van zijn greep op de mens. Tot dan zal de mens geld offeren aan God om daarvoor meer geld terug te krijgen. Men denkt dat geld van het grootste belang is voor een gelukkig leven, voor zekerheid, voor een goede gezondheid, voor scholing, een huis om in te wonen, et cetera. Het is vreemd dat een mens geboren wordt in deze wereld en daar geen weet van heeft totdat het hem verteld wordt, en even vreemd is het dat hij deze wereld verlaat zonder dat hij daar weet van heeft, en het hem ook niet verteld kan worden. En gedurende deze periode tussen verschijnen en verdwijnen eist het geldwezen losgeld van de mens, dat hij om te kunnen leven, bijeen moet zien te scharrelen.

 

Beslist het geldwezen over geboorte? Absoluut niet, en dus bepaalt datgene wat de geboorte bepaalt ook hoe de verdere ontwikkeling verloopt tot de dood aan toe, en niet het geldwezen zoals verondersteld wordt.

 

Zelfs God wordt gelijkgesteld aan geld. Hij wordt geacht de mens rijkdom en voorspoed te schenken. Maar als dat zo was, zou God dan niet elk van zijn schepselen gezond, welvarend en wijs maken. Zou God sommigen bevoordelen door ze rijk te maken en anderen benadelen door ze arm te maken? Houdt God niet evenveel van iedereen? Natuurlijk wel, anders zou Hij geen God zijn. En als Hij niet evenveel van iedereen houdt, hoe zou men het de mens dan kwalijk kunnen nemen dat ook niet te doen? Iedere religie predikt liefde voor iedereen, en als zij het woord van God verkondigen hoe kan God dan de een rijk en de ander arm maken? Dat zou bewijzen dat God niet evenveel van iedereen, man of vrouw, houdt.

 

God bidden om geld is onzinnig. Het is een belediging voor Zijn intelligentie. Zou God niet weten hoeveel hij iedereen moet geven? Men meent immers dat Hij degene is die geeft.

 

Als de mens op God vertrouwt, waarom zou men dan überhaupt nog vragen? Zijn behoefte om te vragen betekent dat de mens moet accepteren dat hij God wantrouwt. Begrijp dat geld offeren aan God niet spiritueel kan zijn, want geld behoort sowieso aan Hem; noch is het onspiritueel om geld te ontvangen in de naam van God, want anders zouden ook salaris ontvangen, iets betalen, handel drijven en zaken doen onspiritueel zijn. Maar de mens doet deze zogenaamd onspirituele zaken juist graag, en bovendien allemaal in de naam van God. Alles wat de mens bezit is van God, dus ook zijn auto, huis, baan, huisdieren, opleiding, voorwerpen en geld.

 

De liefde van de mens voor geld vervangt zijn liefde voor God. De mens houdt alleen maar van God omdat hij gelooft dat God de mens geld geeft. Begrijp dus dat als men tot God bidt voor meer geld, men eigenlijk van geld houdt en niet van God. Met dergelijke gebeden erkent men dat God leeft en actief is, en de aanwezigheid van de mens zou in tegenspraak zijn met de bewering dat God overal is.

 

Liefde is verbonden met financiën en is afhankelijk van financiën. Liefde is moeilijk te vinden als de portemonnee leeg en het salaris op is. Ouders zijn teleurgesteld als hun kind niets presteert. Hun toejuichingen en loftuitingen zijn gereserveerd voor het kind dat in de hogere kringen van de financiële wereld verkeert. Kan dit liefde zijn? Is liefde van iets afhankelijk? In dat geval kan het geen liefde zijn, want evenals het leven, evenals God, is liefde gedachteloos en tijdloos – en van niets afhankelijk.

 

De hebzucht dan wel neerslachtigheid van de mens zijn evenredig met de verbetering dan wel verslechtering van zijn financiële situatie. Geld beheerst zijn gedachten. Geld overheerst zijn leven en zijn enige zorg in het leven is het verkrijgen van geld. Hij heeft vele redenen waarom hij geld nodig heeft en de belangrijkste daarvan is dat het geacht wordt hem gelukkig en tevreden te houden. De mens verliest zijn gezondheid om geld te verkrijgen en verliest zijn rijkdom om zijn gezondheid weer terug te krijgen en uiteindelijk verlaat hij deze wereld zonder een cent en zonder ook maar een moment gelukkig te zijn geweest.

 

De mens mag dan wel beweren dat hij gelukkig is, maar hij heeft niet begrepen dat geluk geen gevoel is maar een gedachteloze staat. De mens is slechts opgewonden en niet gelukkig zoals hij beweert. De mens vertrouwt geld meer dan wat ook, zelfs meer dan de God in wie hij gelooft of tot wie hij bidt. Hij bidt voor de voortdurende verbetering van zijn financiële situatie tot zijn dood aan toe. Hij is gelukkig noch tevreden terwijl hij geld verdient, want hij is voortdurend bezorgd over de toename van zijn kapitaal en bang voor het verlies ervan. Bezorgdheid en angst houden de mens ongelukkig en ontevreden, en dit is in strijd met de reden waarom hij geld wilde verdienen.

 

De mens hunkert naar geld zonder zich om iets anders te bekommeren. Zijn doel in het leven is geld verdienen. Nooit gebruikt hij zijn geld om gelukkig te zijn in die mate als hij meende dat te zullen doen. Nooit gebruikt hij zijn geld omdat hij bang is het te verliezen; daarom is het zinloos meer geld te willen hebben om gelukkig te zijn, als het niet mogelijk is om het vrijelijk uit te geven om gelukkig te zijn. Geld wordt een gevangenis waarin de mens zijn hele leven opgesloten zit, als hij denkt dat geld echt is. Geld opent de deur naar vrijheid als de mens de illusoire aard ervan inziet. Als hij dat doet, dan en slechts dan zal de mens vrijelijk kunnen genieten van geld; anders niet.

 

Hij is niet bezorgd wat er na zijn dood met zijn financiën gebeurt; hij meent slechts dat hij geld verdient voor het welzijn van zijn gezin. Maar hoe zou zijn gezin of hoe zouden zijn kinderen gelukkig of tevreden kunnen zijn, want ook zij raken betrokken in het verkrijgen en verliezen van financiën. Dit betekent dat niemand ooit gelukkig of tevreden is geweest door de betovering van het geld verdienen. En toch zet het leven elke generatie aan tot het verwerven van geld zodat de mens kan begrijpen dat geld hem niet voorgoed gelukkig of tevreden maakt, maar hem slechts minder oncomfortabel maakt.

 

De overtuiging dat armoede de mens niet gelukkig maakt, is betekenisloos omdat hij ongelukkig is terwijl hij geld verdient. Zorgen tijdens het geld verdienen laten een litteken achter wanneer het verloren wordt, en zo iemand kan niet gelukkig zijn, ongeacht wat hij beweert. Iedereen die in beslag genomen wordt door het verdienen van geld is neurotisch, berekenend, onoprecht, en ongevoelig voor het leven. Zo iemand kan nooit gelukkig of tevreden zijn ook al beweert hij van wel.

 

Degenen die het financiële beheer voeren in een bedrijf en de regering, die tezamen het financiële systeem reguleren, hebben veel weg van een dictator. De laatstgenoemde steelt de rijkdom van het land, terwijl de eerstgenoemden geld stelen van mensen die op hen vertrouwen voor zekerheid. De dictator heeft zijn eigen regels en dat geldt ook voor degenen die het geldwezen controleren in welk land dan ook. In beide gevallen leiden de regels tot dezelfde uitkomst, en die is dat het land arm wordt terwijl de dictator en zij die het geldwezen beheersen rijk blijven.

 

Men kan dit niemand verwijten. Het is de intelligentie van het leven om te demonstreren dat een dictator en een vorm van bestuur identiek zijn. Ieder huis kent zijn eigen dictator en bestuur in diverse graden van intensiteit. Het geldwezen in bedrijven plundert geholpen door regels, en de dictator plundert zonder geholpen te worden door regels. Maar de uitkomst is uiteindelijk hetzelfde. Dezelfde twee soorten systemen zijn werkzaam in elk huishouden, elke maatschappij, elke instelling, elke organisatie of die nu spiritueel is of niet, et cetera. Er is geen ontsnappen aan, want het leven is één en elke entiteit is overal aanwezig in verschillende intensiteiten. Dat is de betekenis van eenheid.

 

Men kan het niemand kwalijk nemen, want de mens is niet de doener. Elke situatie, hoe illusoir ook toont de intelligentie van het leven om de mens vertrouwen te brengen. Evenals al het andere is ook vertrouwen een gebeurtenis; niet als een handeling maar als een verschijnsel, als een transformatie. Zolang een mens nog niet het inzicht heeft verkregen dat het leven gebeurt, leeft hij in wantrouwen en blijft hij doorgaan met het spel van beschuldigen en kwalijk nemen, zonder dat hij daar overigens iets aan kan doen. Wanneer een mens het inzicht heeft verkregen dat het leven gebeurt, leeft hij in vertrouwen, hetgeen betekent dat hij nooit iemand beschuldigt; en ook daar kan de mens niets aan doen.

 

Men moet begrijpen dat het leven een enkelvoudige beweging is en dat de financiële wereld daarin begrepen is. De beweging van het geldwezen, zijn ups en downs, zijn als de beweging van de golven in een oceaan. De golven zijn niet afgescheiden van de oceaan; het is de oceaan die beweegt als golven. Evenzo is ook het geldwezen leven en zijn zijn ups en downs de beweging van het leven. De cruciale vraag die gesteld moet worden is wie er geld verdient? Is het God of de mens? De wijzen verklaren dat de mens niet de doener is en met deze verklaring is de vraag beantwoord.

 

Niet door ervaring wordt de financiële wereld in evenwicht gehouden of behoudt het zijn stabiele groei. De financiële crisis, of het nu in een willekeurig land is of wereldwijd, bewijst dat de mens het niet voor het zeggen heeft en dat het niet ervaring is die de aanwas van financiën in stand houdt. Het leven heeft de controle over zijn enkelvoudige beweging van geboorte, groei, ups en downs, en uiteindelijk verdwijning van alles dat gekend of herkenbaar is. De verklaring dat de mens niet de doener is, brengt alles dat in verband staat met financiën en de mens tot rust.

 

Begrijp dat oplossingen voor problemen noodzakelijkerwijs illusoir zijn in een illusoire wereld en niet meer dan dat; en dat hetzelfde ook geldt voor problemen. Begrijp dat alles in het leven door het leven geregeld wordt en dat geduldige observatie van het leven dit aan het licht zal brengen. Het leven heeft de geest niet nodig om problemen tot een oplossing te brengen ongeacht of ze illusoir of reëel zijn. Begrijp dat als problemen echt waren, ze de mens nooit zouden verlaten. Dat is de betekenis van echt: datgene wat niet kan veranderen, eeuwig is en overal aanwezig. Als ook maar één probleem echt was, begrijp dat dan ieder moment een probleem zou zijn en dat er dan slechts één probleem zou kunnen zijn en niet vele, zoals men over het algemeen denkt. De mens heeft de intelligentie om oplossingen te bedenken voor illusoire problemen en op deze wijze manifesteert het leven de mens als de doener. Wat voor waarde heeft een oplossing of een probleem als ze toch illusoir zijn? De tijdelijkheid van de wereld maakt de wereld illusoir. De illusie verdwijnt of geleidelijk of ineens. Als het plotseling gebeurt, heeft de mens niet eens in de gaten dat er een probleem was. Als het verdwijnen geleidelijk gaat, lijkt het probleem blijvend en gaat de mens op zoek naar oplossingen. Begrijp dat alles in het leven verdwijnt, óók de mens en zijn vermogen oplossingen te vinden voor financiële problemen.

 

Vertrouw erop dat je zult hebben wat bedoeld is dat je zult hebben. Alles wordt de mens gegeven als een geschenk. Geniet van het geschenk zolang het duurt. Alles dat gegeven is zal ook weer weggenomen worden inclusief je geld, want de gever en de nemer zijn een en dezelfde, namelijk het leven. Je zorgen dat je zonder geld niet kan leven en zult sterven zijn zinloos. Begrijp dat het leven ieder moment voor je zorgt op de best mogelijke manier, die niet overeenstemt met jouw overtuigingen met betrekking tot financiën. Begrijp dat je overtuiging hoe het leven zou moeten zijn, de komst van vertrouwen verhindert; een vertrouwen dat geld geen geluk of tevredenheid brengt. Begrijp dat van elk van je ademtochten rekenschap is afgelegd. Begrijp dat van elke cent die je bezit rekenschap is afgelegd. Begrijp dat je zonder een cent op deze wereld gekomen bent en dat je deze wereld ook weer zonder een cent zult verlaten. Begrijp dat het leven machtiger is dan geld.

 

© Copyright V. S. Shankar 2008

 

 

Terug naar artikelpagina

 

back to articles page