Dr. Vijai S Shankar MD.PhD.

Gepubliceerd op www.acadun.com

Nederland

6 September 2009

 

 

“Geen substantie”

 

Het woord leegte doet de ronde in de wereld van spiritualiteit. Het verwijst naar een staat waar we ons in willen bevinden en zet vele individuen ertoe aan om de staat van leegte te bereiken. Er wordt wel gezegd dat de staat van leegte gescheiden is van de wereld die ogenschijnlijk ‘gevuld’ is. Iedere religie heeft het wel over leegte, hetzij nadrukkelijk of subtiel.

 

De wereld, waarvan wordt aangenomen dat hij ‘gevuld’ is, wordt als de oorzaak gezien van ellende, zorgen, ongerustheid en droefheid, nog afgezien van vele andere ongewenste gevoelens. Ook gelooft men dat zelfs de gewenste gevoelens er niet meer horen te zijn om een staat van leegte te bereiken.

 

Deze bewering zet het individu ertoe aan om naar de staat van leegte te verlangen. Vele spirituele technieken en leefregels beloven, mits beoefend, een staat van leegte.

 

Dit klinkt erg aantrekkelijk voor het ego, zodat een dwangmatig verlangen naar de staat van leegte grip krijgt op de geest. Maar de vraag is: kan het ego deze staat van leegte wel herkennen?

 

Het ego kan leegte simpelweg niet herkennen. Daarom, zij die deze staat gepropageerd hebben, hebben de staat van leegte allicht gerealiseerd, want waarom zouden ze deze staat anders propageren?

 

Dat zouden ze niet, want dat zou neerkomen op het nog verder bedriegen van mensen die al bedrogen zijn. Wat dus nodig is, is een helder inzicht in wat leegte is. De mens gelooft dat een staat van leegte bestaat en dat het niet de staat is waarin hij zich al ieder moment bevindt.

 

Maar de mens heeft de haalbaarheid van het bereiken van een staat van leegte niet onderzocht. Natuurlijk is de mens trots op zijn kennis over de staat van leegte. Hij is daarom gedreven en volhardend in zijn overtuiging dat het bestaat.

 

Het punt dat overwogen dient te worden is, als de staat van leegte inderdaad van de bestaande wereld gescheiden is, wat is dan de aard van zijn bestaan? Men gelooft dat een staat van leegte de ziel of verlichting impliceert.

 

De ziel of verlichting bevindt zich in de mens en in elk moment dat er is. Verlichting of de ziel is een tijd- en gedachteloze staat en daarom een staat van leegte. Maar de ziel bevindt zich in de mens en de mens bevindt zich in deze wereld, waarvan de mens aanneemt dat hij niet leeg is.

 

Ieder moment is verlicht, want de ziel bevindt zich in ieder moment, en dat moet de ziel ook wel zijn om het moment in leven te houden. Het moment is alles wat er is, en dit moment is levend en dit moment is tijd- en gedachteloos en daarom leeg.

 

De geest is afwezig in het moment, omdat het moment tijd- en gedachteloos is. Dit kan alleen maar betekenen dat het moment de staat van leegte is. Als het moment waarin de mens leeft de staat van leegte is waar de mens naar verlangt om deze te bereiken, zou dat betekenen dat het moment geen enkele substantie heeft.

 

Iets wat substantie heeft, kan niet in het moment bestaan, omdat het moment een staat van leegte is, en substantie niet in een staat van leegte kan bestaan. Dat zou impliceren dat het moment waar de mens in leeft de staat van leegte is waar hij zo naar verlangt.

 

Maar het moment heeft substantie, en dat is wat de mens gelooft. De wetenschap heeft echter een andere zienswijze. De wetenschap heeft bekend gemaakt dat alles in het leven in feite een staat van energie is, inclusief de substantie waarvan de mens gelooft dat die bestaat.

 

Net zoals degenen die de leegte van het bestaan bekend maakten dienen te worden gerespecteerd, dient ook de wetenschappelijke bekendmaking van het bestaan van substantie als energie te worden gerespecteerd.

 

In feite wordt in beide gevallen hetzelfde gezegd, want energie is licht en daarom leeg, evenals de staat van leegte. Aldus betekent leegte ‘geen substantie’ en is de wereld zo leeg als leeg maar kan zijn.

 

Als de wereld inderdaad leeg zou zijn, zou de substantie van de wereld een optische illusie moeten zijn en dat is ook precies wat het is - een optische illusie. Om dit punt te benadrukken dient de mens in ogenschouw te nemen dat substantie ruimte en tijd nodig heeft om te bestaan.

 

Laten we eerst naar de factor tijd kijken. Stel, de mens is na de elementen, materie, vegetatie en het dierenrijk op aarde verschenen, en dit is wat de mens gelooft, want iedere religie die bij de mens bekend is, en de wetenschappers met hun evolutietheorie, beweren dat dit zo is.

 

Dan zou dit betekenen dat tijd al eerder dan de mens bestond om de vijf fundamentele elementen, materie, vegetatie en het dierenrijk te accommoderen. Deze veronderstelling stuit echter op een paar onwaarschijnlijkheden.

 

Hoe zou het plantenrijk, laat staan het dierenrijk, hebben kunnen verschijnen zonder dat de mens er was om een zaadje te planten? Hoe zou de geboorte van het eerste dier hebben kunnen plaatsvinden? God zou nodig zijn geweest om ze te laten verschijnen, maar bestaat God in de tijd?

 

Zeker niet, en zelfs als God in het moment zou hebben bestaan toen de vijf elementen, materie, vegetatie en het dierenrijk gecreëerd werden, zou God in elk moment aanwezig moeten zijn, want God is overal, en Hij moet dat ook zijn om niet alleen het moment, maar ook alles in het moment in stand te houden.

 

Als God overal en in het moment is, zou dat betekenen dat leegte in ieder moment aanwezig is. Als God in ieder moment aanwezig is en de wereld substantie heeft, zou God beslist niet compassievol kunnen zijn, gelet op wat er in het moment met substantie gebeurt. Aldus zou de staat van leegte worden tegengesproken, terwijl God in het moment aanwezig zou zijn.

 

Het is daarom noch God, noch de mens die het eerste zaadje geplant kan hebben of het eerste dier heeft laten verschijnen. Het zou absurd zijn om het idee van de mens als de maker van een dier zelfs maar te overwegen.

 

Bijgevolg ging tijd niet vooraf aan de mens - tijd verscheen met de mens en wel op het moment dat de geest verscheen die vervolgens verfijnde om tijd als een gedachte te accommoderen. Aangezien tijd niet van ruimte kan worden gescheiden, kan dat alleen maar betekenen dat ook ruimte een gedachte is, evenals de vijf elementen, materie, vegetatie, het dierenrijk en de mens.

 

Omdat het leven geen substantie heeft - energie is immers alles wat er is in het leven - moet de wereld, mens en alles in de wereld wel een optische illusie van licht ofwel energie zijn, en dat is ook wat het is.

 

De geest, met al zijn acties, situaties, gebeurtenissen, problemen en oplossingen, spirituele oefeningen en alle kennis, is een auditieve illusie van geluid, en dat moet ook wel zo zijn. Het is zo, omdat een woord slechts een geluid is dat de mens maakt, maar als een woord in de geest verschijnt.

 

Zodoende is alles wat in deze wereld verschijnt een optische illusie van licht, en is alles wat we kennen of horen een auditieve illusie van geluid. De wereld is daarom de leegte waar de mens zo naar verlangt.

 

De wereld is leegte, want substantie is afwezig in de wereld. Substantie is slechts een gedachte en niet echt iets fysieks. Op het moment dat de mens de illusoire geest begrijpt, begint hij de leegte waarin hij leeft te bewonderen, met zijn wonderbaarlijke optische en auditieve illusie die ieder moment spontaan, oncontroleerbaar en onvoorspelbaar gemanifesteerd wordt.

 

Begrijp dat leegte een spiegel is waar de mens en de wereld in worden gereflecteerd.

 

 

© Copyright 2009 V. S. Shankar

 

 

Terug naar artikel pagina

 

 

back to articles page