Dr. Vijai S Shankar MD. PhD

Gepubliceerd op www.acadun.com

Nederland

7 januari 2010

 

 

 

‘Klokken en kalender’

 

De mens gelooft dat er veel is gebeurd in het leven, want de geschiedenis verschaft hiervoor immers de bewijzen. De geschiedenis behelst aantekeningen over de prestaties van de mens, met inbegrip van ‘his-story’ (zijn verhaal), en heeft betrekking op de periode die ligt tussen het begin van de wereld, met zijn populaire overtuiging betreffende de big bang theorie, en de huidige verfijnde wereld.

 

Er zijn vele oorlogen uitgevochten en ook daar maakt de geschiedenis melding van. Ook worden er vele oorlogen uitgevochten die geschiedenis zullen schrijven. Nog los van alle oorlogen bestaat het verhaal van uitroeiing en overleving van de mens uit een doorlopende stroom van gebeurtenissen die allemaal in de tijd plaatsvinden.

 

De geschiedenis staat daarom bol van datums en bestond zelfs al voor het ontstaan van tijd en datum, en dat kan niet worden weerlegd, omdat het leven immers al bestond voor dat de geschiedschrijving begon. Het leven, en om die reden de geschiedenis, bestond al voor dat tijd en datums hun intrede deden.

 

Vanaf het begin der tijden zijn er oorlogen uitgevochten, hetzij om religie uit te dragen of om religie te vestigen. De wetenschap maakt integraal onderdeel uit van oorlog; aanvankelijk op een rudimentaire wijze en tegenwoordig op een verfijnde manier. Speren en mechanieken om stenen of vuurballen te katapulteren waren allemaal voorbeelden van de rol die de rudimentaire wetenschap in de oorlog speelde. De wetenschap heeft ze vandaag de dag tot raketten verfijnd.

 

De geschiedschrijving vermeldt veel meer jaartallen dan datums of tijdstippen. Tijd gemeten in minuten of uren komt het minst voor als parameter, gevolgd door datums, terwijl het jaartal het meest gebruikt wordt als tijdsindicatie. Tijd in minuten is echter voor de hedendaagse mens weer belangrijker dan uren, dagen en jaren.

 

Tijd is door toedoen van verfijning van vitaal belang geworden. Aanvankelijk was de mens geïnteresseerd in wat er over een jaar of een paar jaar kon gebeuren, zodat een jaar zijn belangrijkste tijdsindicatie was. Hij was geïnteresseerd in een jaar en niet in minuten, een uur of een dag.

 

Naargelang de mens evolueerde en verfijnde, verfijnde ook zijn concept van de tijd. Allengs werden dagen belangrijk als tijdsindicator en de mens begon te dromen over wat hij in een dag kon bereiken of veroveren. Daarmee begon ook de geschiedschrijving melding te maken van dagen waarop belangrijke gebeurtenissen hadden plaatsgevonden. Tijd in jaren verdween in de geschiedschrijving langzaam maar zeker naar de achtergrond.

 

De consequentie van verfijning was dat tijd de belangrijkste factor werd in het reguleren van het leven van de mens. Als de geschiedenis de gebeurtenissen in termen van tijdstippen zou optekenen, zouden de geschiedenisboeken dagelijks geprint moeten worden, en dat is dan ook de reden waarom de mens geen geschiedschrijving in minuten of uren heeft. Gebeurtenissen in minuten en uren zijn op verbale wijze ‘his-story’ geworden.

 

Tijd, datums en jaartallen brengen echter alle religies en alle takken van wetenschap bij elkaar. De religie en de wetenschap volgen voor al hun religieuze, wetenschappelijke en dagelijkse bezigheden de Gregoriaanse kalender en tijd. Zelfs in religieuze almanakken die voor religieuze doeleinden gebruikt worden, wordt de tijd in een universeel geaccepteerde tijd en datum genoemd die van zichzelf geen religie heeft.

 

Tijd, datum en jaar zijn universeel en voor alle mensen gemeengoed. De verschillende geloofsovertuigingen, de verscheidenheid aan wetenschappelijke feiten en de alledaagse bezigheden vinden allemaal in de tijd plaats. Tijd is verstoken van religie of wetenschap, want het leven bestaat alleen uit energie en energie omvat noch religie, noch tijd.

 

Het met behulp van de geschiedschrijving vaststellen welke religie of wetenschap of welk ras de tijd kan hebben ontdekt, heeft geen zin omdat tijd niet echt maar illusoir is. Tijd is illusoir omdat het een relatieve gedachte in de geest is. Tijd bestaat slechts in gedachtevorm en niet fysiek, omdat het leven slechts uit energie bestaat en geen substantie heeft. De kleinste tijdseenheid die de wetenschap tot dusver wist te meten is een attoseconde: een miljardste van een miljardste van een seconde.

 

Het leven voltrekt zich in een tijdseenheid die nóg kleiner is dan een attoseconde, in feite in een tijdloze zone. De allereerste tijdmetingen waren relatief, en dat zijn ze nog steeds, ook al gebeuren de metingen nu met zeer verfijnde technologie. Er bestaan bijvoorbeeld atomische klokken die de tijd aan de hand van de oscillatie van atomaire deeltjes meten.

 

De tijd valt uiteen in de dag, datum en het jaartal welke stuk voor stuk niet echt maar illusoir zijn. De wetenschap heeft vooralsnog geen absolute tijd ontdekt. Kan de geschiedenis of ‘his-story’ zich dan wel fysiek in de tijd hebben afgespeeld? Hoe zou dat kunnen als tijd noch gezien, noch gemeten kan worden als een absolute entiteit? Hoe echt kan religie of wetenschap zijn als tijd niet echt is en als ze allebei, met inbegrip van al het overige in de wereld, in de tijd plaatsvinden? Kan de geschiedenis of ‘his-story’ wel echt bestaan als het leven uit niets anders dan energie bestaat?

 

Het enige wat er in het leven is, is een moment. Of liever gezegd: het leven is een moment. Het moment is echter slechts één zonder een tweede, en dat betekent dat het enkelvoudige moment eeuwig is, zonder de begrenzing van tijd of datum. In dit enkelvoudige eeuwige moment voltrekt zich een beweging.

 

De beweging in het enkelvoudige moment is een beeld en niets meer dan dat. Het beeld is een optische illusie van gereflecteerd licht. Licht projecteert via de geest een opeenvolging van beelden om een optische illusie van een gebeurtenis te produceren die in de tijd en op een dag en in een jaar plaatsvindt. De geschiedenis en ‘his-story’ zijn dus een optische en auditieve illusie van respectievelijk licht en geluid en dat geldt ook voor wetenschap, religie en al het andere dat bekend is, al is het nog zo vereerd en verfijnd.

 

© Copyright V. S. Shankar 2010

 

 

Terug naar artikelpagina

 

 

back to articles page