Dr. Vijai S Shankar MD. PhD

Gepubliceerd op www.acadun.com

Nederland

16 februari 2009

 

 

‘Een woord’

 

‘Ledigheid is des duivels oorkussen’ – zowaar een profetische uitspraak. Spiritualisten beweren eensgezind – ‘verlichting is een teken van een stille geest’. Hoe vallen deze profetische maar ook tegenstrijdige uitspraken met elkaar te rijmen? De tweede uitspraak houdt in dat God het oorkussen van de duivel is. Hoe kan dat ooit mogelijk of relevant zijn? De uitdrukking ‘duivel’ moet dus op zijn merites worden beoordeeld.

 

De wet ‘iemand is onschuldig totdat het tegendeel is bewezen’ lijkt niet van toepassing op de duivel. Hij is bij voorbaat schuldig en wordt veroordeeld tot de hel, wat overigens wel zijn koninkrijk is. Het is op z’n zachtst gezegd een soort huisarrest. De duivel biedt een uitstekend contrast voor God en er is dan ook geen betere manier om het bestaan van God onder de aandacht te brengen. Maar heeft de mens wel nagedacht over de authenticiteit van de duivel? Nee, dat heeft hij niet, want zolang de duivel het bestaan van God ondersteunt dient hij zijn doel. De duivel lijkt het goed te doen, want hij ondersteunt het bestaan van God en dat maakt hem in elk geval tot een goede jongen.

 

Binnen de spirituele literatuur bestaat geen ruimte voor de duivel, op een enkel geval na waar hij ter sprake komt als een snoodaard die gecorrigeerd dan wel verwijderd dient te worden van deze wereld. Maar is een spiritueel boek wel compleet als er geen diepgaande analyse van de duivel in voorkomt? Nee, dat is het niet. Net als ieder mens heeft ook de duivel recht op een eerlijk proces, maar dat is niet aan de orde, noch wordt hij serieus genomen door intellectuelen. Alle praktijken van de duivelse mens behoren toe aan de club van duivelse mensen, en dit is de overtuiging van religieuze mensen die prediken dat het gemeden moet worden. De duivel wordt vaak in religieuze kringen als hulpmiddel gebruikt om de mens voor God te interesseren. De duivel wordt afgeschilderd als het kwaad waar we ons van dienen te ontdoen zoals we dat ook doen met ons dagelijkse huisvuil.

 

De duivel bestaat, althans, dat zeggen religieuze mensen. Hun woord wordt gezien als het evangelie. Het wordt aangenomen dat religieuze mensen de duivel hebben gezien en daarom kunnen instaan voor zijn bestaan. Het is dus niet alleen de gewone man die met de duivel kan worden geassocieerd; dit geldt kennelijk ook voor religieuze mensen. Je vraagt je af wat de duivel en religieuze mensen met elkaar te maken kunnen hebben. Wat zou in hemelsnaam de reden van de duivel kunnen zijn om een religieus mens te benaderen? Toch zeker niet om hem tot het kwade te bekeren?

 

Al met al zien we dat het bestaan van de duivel is geaccepteerd, maar wie zou de schepper van de duivel kunnen zijn? De duivel moet toch een schepper hebben? Als de wereld met alles erop en eraan een schepper heeft, moet de duivel ook een schepper hebben. De duivel kan natuurlijk niet bestaan zonder te zijn geschapen, toch?

 

Is er een almachtige duivel die de duivel heeft geschapen? Zo ja, wie is dan de schepper van de almachtige duivel? Zou dat God kunnen zijn? Zou het God geweest kunnen zijn die de duivel heeft geschapen, want Hij is immers de almachtige? Dat zou niet kunnen, want God staat voor alles wat goed en niet voor wat slecht is. Alles overziend heeft de duivel een plaats binnen de religie, maar ook in de grote hoeveelheid proza over dit thema dat zowel naar volwassenen als naar kinderen zijn weg vindt. Bij kinderen wekt het angst en opent het de deur naar liefde voor God. Voor volwassenen is het een bron van vermaak en een kans om via de achterdeur macht te verwerven.

 

De duivel en de discussies erover zijn op z’n zachtst gezegd niet erg spiritueel. Dergelijke discussies worden als bedenkelijk gezien en mensen die deze gesprekken voeren kunnen op een denigrerende houding van geestelijken rekenen. Maar zou niet ieder intelligent mens zich moeten afvragen wie de duivel is en wie zijn schepper zou kunnen zijn? Als God Degene is die de wereld heeft geschapen, is de duivel daar dan bij inbegrepen of valt hij daarbuiten? En als de duivel niet bij de wereld is inbegrepen, hoe zou hij dan überhaupt in de wereld kunnen bestaan?

 

Als de duivel wel bestaat maar niet bij de wereld is inbegrepen, en daar lijkt het wel op omdat de duivel niet door God kan zijn geschapen, op welke wijze krijgt de duivel dan toegang tot de door God geschapen wereld? Als de duivel in staat is om de wereld binnen te gaan moet hij machtiger zijn dan de almachtige, en dat brengt ons bij een andere vraag. Wie zou de schepping van de duivel kunnen hebben gezien? Dat kan nooit de mens geweest zijn, want hij is een schepping van God en van de wereld waar de duivel niet bij is inbegrepen. De duivel moet dus buiten de wereld en niet in de wereld zijn geschapen. Als dat waar is zou de duivel de wereld van God nooit kunnen binnengaan, want alles in de wereld zou voorbij goed en kwaad zijn, en dat zou weer de mogelijkheid van de mens als getuige van de schepping van de duivel uitsluiten. Het bestaan van de duivel is louter een overtuiging die de mens in zijn geest met zich draagt.

 

Er doen vele verhalen de ronde over de relatie tussen de mens en de duivel. Ook de verhalen over de relatie tussen de mens en God lopen zeer uiteen en er is eenvoudigweg geen mogelijkheid om de authenticiteit van al deze verhalen te verifiëren. Men neemt gemakshalve aan dat ze waar zijn en archiveert ze vervolgens buiten het bereik van de mens op obscure plaatsen onder de noemer ‘niet geschikt om in te zien of te verifiëren.’

 

Sommige mensen beweren de duivel gezien te hebben en evenzo zijn er mensen die beweren dat ze God hebben gezien. Mensen accepteren gemakkelijk dat iemand de duivel heeft gezien, maar vinden het moeilijk om te geloven dat iemand God heeft waargenomen. Maar spiritualiteit predikt dat God niet kan worden gezien omdat God overal en de mens illusoir is. Als de mens illusoir is, en dat wordt niet betwist, zouden dan de waarnemingen van en de verhalen over de duivel niet ook illusoir zijn? Dit is zeker stof tot nadenken.

 

Wat zijn de eigenschappen van de duivel? Een paar voorbeelden zijn: deceptie, verleiding, hebzucht, boosheid, geweld, jaloezie twijfel en afgunst. Maar vinden we deze eigenschappen niet ook in de mens terug? We vinden ze in feite stuk voor stuk terug in de geest van ieder mens, hetzij subtiel of overduidelijk. Dat kan ook niet anders, want dualiteit bevindt zich in iedere geest en de geest is universeel. Of we nu naar het gedrag van de man binnen het gezin kijken of hem op het werk of in welke maatschappelijke positie dan ook observeren, we zien de genoemde eigenschappen altijd terug. De man is soms op niet misteverstane wijze belerend naar zijn kinderen, vrouw en zijn vrienden. In zijn onwetendheid realiseert hij zich niet dat hij God terechtwijst – hij vergeet dat alles en iedereen een expressie van God is.

 

De kleine lettertjes van verleidelijke aanbiedingen, de gruwelijkheden van oorlogen en de meedogenloosheid in de zakenwereld vertonen genoemde eigenschappen méér dan subtiel. Je hoeft maar naar de manipulaties van politici te kijken, of de morbide praktijken van een in kostuum gestoken en stropdasdragende dictator of andere hoge functionarissen te volgen om te zien dat de duivel op plaatsen kan worden teruggevonden waar je hem juist niet verwacht.

 

De dictator mag dan zijn massavernietigingswapens hebben, maar de in kostuum gestoken en stropdasdragende man heeft zijn eigen wapens: extravagante diners om de mondiale economie schade te berokkenen. De hedendaagse nucleaire wapens zouden een conventionele duivel op z’n zachtst gezegd jaloers maken. Zijn er dan nog wel verschillen tussen de duivel en de mens? Geen enkele, want de geest is universeel en dat geldt ook voor de duivel. Waar de mens is, is ook de duivel. Als dat zo is roept dat wederom de vraag op hoe het zit met de toegang tot Gods koninkrijk. Als de mens niet verschilt van de duivel, krijgt hij dan nog wel toegang tot de hemel? Het is aan een ieder om zich dat af te vragen en bij het antwoord uit te komen.

 

Er is niet één heilige man of vrouw van welke religie dan ook die vrij is van dualiteit. Ze prediken dat de duivel en zijn eigenschappen zouden moeten worden vermeden, maar hun eigen redeneringen vormen het bewijs dat de duivel en zijn eigenschappen ook in hun eigen geest aanwezig is. Niets is minder waar, er is geen ontsnappen aan. Maar of het ook allemaal echt is, is een andere vraag die onderzocht zou moeten worden. Klaarblijkelijk bevindt de duivel zich in de wereld en is de geest de duivel. Eén enkele gedachte in de geest schept de hel en dat maakt ieder denkend mens tot een duivel.

 

Begrijp dat dualiteit elke eigenschap bevat waarmee naar de duivel kan worden verwezen. Begrijp dat dualiteit illusoir is omdat het een auditieve illusie van geluid is. En dat betekent dat de duivel niet echt maar illusoir is. ‘Duivel’ is louter een woord in de geest en geen actualiteit in het leven. De duivel verschaft het ideale contrast om de eigenschappen van goddelijkheid te begrijpen. Zou het feit dat de duivel illusoir is niet ook de concepten over God illusoir maken? Dat zou het zeker doen: God is niet een hij of een zij waar de mens Hem voor aanziet, en dat geldt ook voor de duivel. Begrijp dat als de duivel geëlimineerd zou worden en niet in de geest aanwezig is, God óók verdwenen zou zijn. God is leven en leven is energie en niet een ‘hij’ of een ‘zij’. En omdat God energie is kan Hij nergens naartoe verdwijnen. Begrijp dat als Hij wel zou verdwijnen de wereld, mens en de geest, met inbegrip van de duivel, ook zouden verdwijnen.

 

Als de eigenschappen van de duivel echt waren zou God ze dan toestaan of gecreëerd hebben? Nee, dat zou Hij niet en dat heeft Hij ook niet gedaan. Bidden met de bedoeling om het kwade te weren is in feite hetzelfde als toegeven dat de duivel door God geschapen is, en dat is niets meer en niets minder dan een belediging van de almachtige. Als de duivel moet worden geëlimineerd of worden geweerd, zou dat toch zeker betekenen dat ook de mens moet worden geëlimineerd en geweerd, want zijn geest heeft duivelse eigenschappen. En wel zó duidelijk dat eigenlijk geen mens meer zou mogen worden toegelaten tot welke gebedsplaats dan ook.

 

De duivel is een onderdeel van het drama van het leven waarmee het bestaan van goddelijkheid wordt onderstreept. De verhalen over de duivel geven de mens alleen maar een reden om zich tot God te wenden. Verhalen over de duivel en de hel worden er bij kinderen ingeprent, wat met de allerbeste intenties gebeurt. Tegelijkertijd worden zowel kinderen als volwassenen voorgehouden om elkaar en God lief te hebben. Maar is het wel een teken van liefde om bij kinderen angst in te boezemen door hen over de duivel te vertellen, en zou een kind daardoor niet in angst opgroeien? Dat is zeker het geval. Bovendien, zou een mens nog wel in staat zijn om zijn medemens lief te hebben, laat staan God, als hij in angst leeft? Nee, hij zou daar zeker niet toe in staat zijn.

 

Aldus wordt het bereiken van het doel om God lief te hebben verijdeld, maar dit ontgaat de mens en hij dient dit dan ook te begrijpen. Wat er ook gebeurt, de geest heeft tot aan de dood van ieder mens zowel goddelijke als duivelse eigenschappen, of hij dat nou leuk vindt of niet. Op het moment dat de realisatie van de illusoire aard van deze eigenschappen plaatsvindt, ontdekt de mens dat hij God is, en verdwijnt de duivel en daarmee de geest.

 

Als een mens een gebedsplaats bezoekt doet de duivel dat ook. De mens kan zijn geest niet thuislaten als hij naar een gebedsplaats gaat. Waar de geest is, is ook de duivel, of je dat nou prettig vindt of niet. De wereld zoals die wordt ervaren is een wereld van gedachten, en dat betekent dat ‘duivel’ louter een woord is in de geest en niets meer dan dat.

 

De duivel is geen actualiteit in het leven, want om in het leven te kunnen bestaan is tijd nodig en tijd bestaat niet in het leven. Tijd bestaat in de vorm van een gedachte in de geest en niet als een realiteit in het leven. En dat is de reden waarom het leven tijd- en gedachteloos en dus goddelijk is. Verlichting is een tijd- en gedachteloze staat. Een gedachtevolle staat - al is die nog zo verheven - zal altijd de duivel bevatten en daar is geen ontsnappen aan.

 

Misschien verdient de uitspraak ‘ledigheid is des duivels oorkussen’ een heroverweging. Het zou heel goed kunnen dat het ‘duivels oorkussen’ zijn langste tijd heeft gehad. En misschien is de uitspraak ‘verlichting is een teken van een stille geest’ waar. De mens zou hierover moeten nadenken.

 

Het leven leert de mens in elk moment en door middel van elke situatie en relatie en ook door middel van wat leeft en niet leeft dat de wereld niet echt maar illusoir is. Misschien dat de meest betekenisvolle les van allemaal de les is die het leven ons met de duivel en God leert: ‘je bent wat je zegt dat een ander is.’

 

Begrijp dat de mens niet bestaat - alleen God bestaat. Begrijp dat de duivel niet bestaat - alleen God bestaat.

 

 

© Copyright 2009 V. S. Shankar

 

 

Terug naar artikelpagina

 

 

back to articles page