Dr. Vijai S Shankar MD. PhD

India Herald

Houston, VS

24 februari 2010

 

 

‘Geest’

 

Leven na de dood intrigeert de leek omdat het de nieuwsgierigheid prikkelt, hoop geeft op een beter leven en troost biedt in het huidige leven. Het thema boezemt de mens ook angst in: het vooruitzicht van nog een leven dat misschien wel erger is dan het huidige.

 

Leven na de dood zweept propaganda op waarmee gepleit wordt voor nauwere banden met religie, en de mensen van wie bekend is dat zij een leven-na-de-dood ervaring hebben gehad belanden daardoor automatisch in hogere spirituele kringen. Ieder mens wil het leven na de dood ervaren en is daarom zeer belust op het horen van dergelijke verhalen.

 

Doktoren en wetenschappers zijn sceptisch over het leven na de dood, hoewel sommige van hen goed gedocumenteerde ervaringen van patiënten hebben die het leven na de dood hebben ervaren. De verslagen zorgen op z’n zachtst gezegd voor boeiend leesmateriaal.

 

Leven na de dood vindt zijn weg naar de radio, de geschreven media en de televisiestations. De populariteit van radiostations en de omzet van de geschreven media stijgen en de kijkcijfers van de televisieprogramma’s schieten de lucht in zodra zij interviews over leven na de dood aan bod laten komen.

 

Spiritualisten zien met hun concepten over leven na de dood hun kans schoon om voor brood op de plank te zorgen. Alles overziend is de mens, van welke religie, cultuur of nationaliteit dan ook, alles behalve onbekend met het onderwerp.

 

Maar waarom is de mens eigenlijk geïnteresseerd in leven na de dood? Dat de mens erin geïnteresseerd is vormt het bewijs dat hij ontevreden is met het leven zoals het is. Waarom zou hij interesse hebben als hij tevreden is? Heeft hij wel eens iemand ontmoet die een leven na de dood leidt dat gescheiden is van het leven dat mensen voor de dood leiden? Dat is nog niemand overkomen, en dat kan ook niet omdat het leven na de dood niet gescheiden is van het leven voor de dood.

 

Weet de mens wel zeker dat er naast het leven dat hij leidt nog een leven is dat gescheiden is van het leven waar hij al in leeft? Nee, dat weet hij niet zeker, en dat kan hij ook niet weten, omdat er na de dood geen geest meer is. Het is de geest van dit leven die zich verhalen herinnert over het leven na de dood. Er bestaan geen twee geesten: één voor dit leven en één voor na de dood. Als dat wel zo was, zou de mens kunnen switchen tussen het leven voor en het leven na de dood, of ervoor kunnen kiezen in welk leven hij zou willen leven.

 

Wat zou de mens dan met zijn vrienden en familie doen? Hij zou zich zeker geconfronteerd zien met een dilemma: meenemen of achterlaten. In het laatste geval zou hij ongetwijfeld eenzaam zijn in het leven na de dood.

 

Als het leven na de dood hetzelfde is als het leven voor de dood, wat heeft het dan voor zin om het leven na de dood te kennen als het hetzelfde is als het leven dat ieder ander mens leidt? Alleen als het leven na de dood zou verschillen met het leven dat hij al leidt, zou het de moeite van het onderzoeken waard zijn.

 

Er zijn veel ervaringen betreffende het leven na de dood, maar wat zou een ervaring kunnen zijn? De aard van een ervaring is louter een gedachte. Dat betekent dat welke ervaring dan ook, tijdens het leven of na de dood, alleen in de geest plaatsvindt, waar hij in de vorm van een gedachte bestaat.

 

Lichaamsorganen zijn ook na de klinische dood nog levensvatbaar. Daarom vinden er orgaantransplantaties plaats. Ook de geest kan levensvatbaar blijven, waarbij leven-na-de-dood ervaringen vergelijkbaar zijn met een droom. Omdat dergelijke dromen niet plaatsvinden als iemand in bed ligt, worden ze niet voor dromen aangezien maar voor leven-na-de-dood ervaringen.

 

Vergelijkbare leven-na-de-dood ervaringen vinden soms tijdens de slaap plaats, maar worden dan als droom aangemerkt omdat de persoon in kwestie tijdens de ervaring in bed lag. De dood is normaal gesproken permanent maar kan ook tijdelijk zijn. De verhalen over leven na de dood bewijzen dat de dood tijdelijk kan zijn. Ook de dood is een vorm van leven die de mens nog niet heeft begrepen. De wijze waarop het leven de mens in leven of dood houdt is mysterieus.

 

Het is het leven dat de dood dood houdt. De dood kan de dood niet dood houden, en dat doet het dus ook niet. Het leven houdt de dood dood. Zonder het leven kan niets wat dood is bestaan, en dat geldt ook voor de mens. In het leven bestaat alleen leven. De dood is een vorm van leven dat van de ene staat naar de andere transformeert. Het leven is energie, en dat geldt ook voor de dood, en dat betekent dat ook de dood het leven is.

 

Het is belangrijker om je te realiseren wat het leven is, dan je te interesseren voor de vraag wat het leven na de dood kan zijn. Voor de mens bestaat het leven uit ervaringen die tussen de geboorte en de dood verspreid liggen. Van deze twee ervaringen is hij zich niet bewust.

 

De ervaringen tussen geboorte en dood, welke de mens dus kent, vormen zijn leven. Hij heeft er weet van maar is zich niet van ze bewust; iets kennen en je ergens bewust van zijn is niet hetzelfde, maar worden wel voor hetzelfde aangezien. Als de mens bewust zou zijn, zou hij zich realiseren dat het leven een enkelvoudige, spontane, onbeheersbare en onvoorspelbare beweging is, en niet gevuld met handelingen die door middel van oorzaak en gevolg in de tijd plaatsvinden.

 

De mens kent een ervaring in de vorm van een gedachte in zijn geest en niet als een actualiteit in het leven omdat tijd niet in het leven bestaat. Zelfs tijd is een gedachte in de geest van de mens, en dat betekent dat tijd relatief en illusoir is en niet absoluut of echt.

 

Ervaringen zijn dus gedachten en gedachten zijn een auditieve illusie van geluid. De mens ziet de geest voor het leven aan en ziet het leven niet zoals het is. Het leven kan niet gekend worden, want daar zou de geest en tijd voor nodig zijn en beiden bestaan niet in het leven.

 

Zowel het leven na de dood als het leven voor de dood bestaat slechts in de vorm van gedachten in de geest. De geest bevindt zich niet in het leven: het is een auditieve illusie van geluid. In het leven bestaat alleen leven, terwijl de dood illusoir is, want ook de dood is een vorm van leven. Het kennen van het leven na de dood is slechts een ego trip, en dat gaat ook op voor het leven voor de dood. Het leven is het tijdloze ‘nu’ en het naamloze ‘hier’.

 

Als je denkt dat je weet wat je dagelijkse leven is, begrijp dan dat het de geest is die je kent, wat hetzelfde is als de dood en niet hetzelfde als het leven. De werkelijke reden waarom de mens geïnteresseerd is in het leven na de dood is omdat hij gelooft dat het leven na de dood gelukzalig is.

 

Realiseer je dat het leven elk moment tijd- en gedachteloos is en daarom gelukzalig. Realiseer je dat het leven voor en na de dood gelukzalig is omdat de geest niet het leven is. De realisatie dat het leven tijd- en gedachteloos is, is verlichting.

 

 

© Copyright V. S. Shankar 2010

 

 

Terug naar artikelpagina

 

 

back to articles page