Dr. Vijai S Shankar MD. PhD

Gepubliceerd op www.acadun.com

Nederland

17 januari 2010

 

 

 

‘Een noodzaak?’

 

Voor de mens is het maken van plannen een must. De mens wordt geleerd en geadviseerd om zijn leven te plannen, want, zo wordt hem verteld, anders zal voorspoed en geluk een moeilijk verhaal blijken te zijn. Hij is ervan overtuigd dat het maken van plannen van vitaal belang is bij het realiseren van een veilig en comfortabel leven. Hij gelooft dat planningen hem van succes verzekeren, waarbij overtuigend bewijsmateriaal geen ruimte voor twijfel laat.

 

In ieder aspect van het leven speelt het maken van plannen een centrale rol. De intelligentsia gaat ervan uit dat het tot ontwikkeling leidt en dat het om die reden een must is. De verfijning van de mens, dorpen, steden en landen wordt toegeschreven aan zorgvuldige planning, en wie is in staat om tegen deze logische gang van zaken in te gaan?

 

Het dagelijks maken van plannen is nodig om ervoor te zorgen dat het reilen en zeilen in huis, op kantoor, in scholen, bedrijven, ziekenhuizen en gemeenschappen efficiënt en productief verloopt. De mens gelooft dat planning voorkomt dat er chaos en verwarring ontstaat.

 

Een huisvrouw plant haar maandelijkse huishoudbudget. Een goede opleiding vergt zorgvuldige planning. Ook een fijne vakantie vereist het maken van gedetailleerde plannen. Een succesvolle oorlog vraagt een zeer nauwkeurige planning, evenals welke reddingsoperatie dan ook. Religieuze rituelen, huwelijksfeesten, grootschalige transporten, het budget van een land of de veiligheid van een huis of een land, het zijn allemaal zaken die planning noodzakelijk maken. Althans, zo lijkt het.

 

Als plannen op perfecte wijze worden uitgevoerd produceert dat gewenste resultaten. Schiet de uitvoering tekort, dan is de uitkomst rampzalig. Planning kan dus twee uitkomsten hebben: succes of mislukking.

 

Planning is dus geen garantie voor succes. Gedeeltelijk succes zet de mens ertoe aan om de eerst volgende keer nauwgezet te plannen. Aan de andere kant moedigt gedeeltelijke mislukking hem aan om opnieuw te plannen.

 

Echter, plant de mens zijn geboorte? Dat doet hij niet, en hij kan dat ook niet. Zijn verschijning in de baarmoeder is niets meer dan een plezierige verrassing. Soms plant de mens zijn dood, maar dat doet hij niet routinematig, of wel? Nee, dat doet hij niet. Desondanks gaat hij ervan uit dat planning essentieel is voor zijn overleving, voorspoed en pensioen.

 

De mens plant echter niet ieder moment van zijn leven, en dat kan hij ook niet. In zijn leven is de totstandkoming van elk moment voor hem iets vanzelfsprekend. Hij gelooft dat alleen zijn toekomst planning vereist.

 

Begrijp dat een moment er altijd in slaagt om plaats te vinden en nooit in gebreke is gebleven door zich niet te voltrekken. Het is zeker niet de mens die plannen maakt om het moment te laten plaatsvinden, noch zou hij weten hoe dat gebeurt.

 

Hij neemt aan dat het moment door God gemaakt wordt, maar hij begrijpt niet dat God het moment is. Ook de wetenschap neemt het voor lief dat het moment zich voltrekt, terwijl ze niet achterhaald en bewezen hebben wat absolute tijd is.

 

Een moment moet niet verward worden met tijd. Een moment kent geen tijd, omdat tijd niet iets fysieks is maar slechts een gedachte in de geest. Zowel de religie als de wetenschap dient zich daarom af te vragen hoe het kan dat het moment zich iedere keer opnieuw feilloos voltrekt.

 

Het moment voltrekt zich spontaan en feilloos omdat het noch een oorzaak, noch een gevolg van een oorzaak is. Het leven bevat daarom geen oorzaak en gevolg. De ervaring leert de mens dat zowel succes als mislukking nooit gegarandeerd kan worden. Het gebeurt of gebeurt niet. Maar hoe kan succes of mislukking plaatsvinden als ieder moment geen oorzaak of gevolg kent?

 

Alles dat zich in een moment voordoet is een beeld, en dat is een optische illusie, waarbij een serie beelden als een handeling verschijnt die gepland moet worden.

 

Het moment vindt plaats en dat gebeurt ook met het maken van plannen. De mens brengt noch het moment, noch de planning teweeg. Spreken overkomt de mens. Zowel spreken als denken wordt niet door hem teweeggebracht. Spreken en denken zijn een auditieve illusie van geluid.

 

Het leven vereist geen planning om te kunnen plaatsvinden. Het leven stroomt voor alles, met inbegrip van de mens, op één manier, en deze manier vereist geen planning, omdat het een enkelvoudige stroom van beelden is die een optische illusie van handelingen projecteert.

 

Alleen de geest vergt planning. Planning vindt plaats om de illusie in stand te houden dat de mens de doener is. De mens is niet de doener vanwege de eenvoudige reden dat noch de geest noch tijd in het leven bestaat. Het maken van plannen entertaint of deprimeert het illusoire ego, totdat het met het ego gedaan is. Het moment waarop het inzicht zich aan de mens voltrekt dat hij niet de doener is die plannen kan maken, is het moment waarop hij het moment wordt, dat spontaan, onbeheersbaar en onvoorspelbaar is.

 

© Copyright 2010 V. S. Shankar

 

 

Terug naar artikelpagina

 

 

back to articles page