Marcus Stegmaier, M.A.

Gepubliceerd op www.nevernothere.com

USA

22 april 2010

 

 

‘Advaita voor ouders’

 

Hadden ‘wij’ meteen een functionerende geest op het moment van onze conceptie in de baarmoeder? Klaarblijkelijk niet. “Het is een jongen”, “Het is een meisje” – een baby is geboren en de ouders nemen een klein mensje mee naar huis; wat voorheen een stel was is nu een gezin.

 

De baby groeit en beweegt zonder geest en het maakt ook geluid zonder enige hulp van een geest – dat is voor iedereen duidelijk. De baby lijkt zonder ‘functionerende’ geest onderdeel uit te maken van de natuur – hij lijkt meer op een dier dan op een mens. Aanvankelijk hebben de ouders hun kind onvoorwaardelijk lief.

 

De mens is zich niet bewust van het moment waarop zijn geest – voor het eerst – naar het kind kijkt en de illusie gelooft dat het kind nu een door de geest “beheerst mens” is, en dus niet meer een of ander dier. Vanaf dat moment komen er labels boven in de geest van de ouders: ‘goed kind’, ‘slecht kind’. Vanaf nu wordt de liefde voor hun kinderen gecomplementeerd door zijn tegendeel: afwijzing of zelfs haat. En de ouders beginnen te instrueren en te adviseren met het oog op ‘goed’ gedrag. Vanaf een zeker moment in het groeiproces beginnen de meeste ouders bij tijd en wijle boosheid en haat te voelen ten opzichte van de kinderen die zij liefhebben.

 

Wanneer en waarom gebeurt dit? Dit gebeurt als de geest van de ouders in de ban komt van de illusie dat het kind zijn lichaam beheerst en opzettelijk beweegt. Als de geluiden die het maakt als woorden gehoord worden gaan de ouders ervan uit dat het kind een ‘functionerende’ geest heeft. Nu lijkt het kind de doener, spreker en denker te zijn en zien de ouders het als hun plicht om de ‘persoonlijkheid’ van het kind te kneden en te vormen.

 

“Je bent oud genoeg om te weten wat goed is!” Elke leeftijdsfase kent vele concepten over wat kinderen zouden moeten kunnen doen, zeggen of denken. Veel ouders zoeken naar onderwijsmethodieken en de psychologische markt heeft daarbij veel te bieden. Ouders bedoelen het ongetwijfeld goed als in naam van de liefde ‘straf’ en ‘beloning’ en hun verbale equivalenten ‘beschuldiging’ en ‘loftuiting’, de relatie tussen ouders en hun kinderen begint zich te vormen. Niemand heeft hieraan schuld, het moet wel zo gebeuren omdat de ouders ervan uitgaan dat zij verantwoordelijk zijn voor het gedrag van hun kinderen. En het is een wijdverbreide overtuiging dat alleen een ‘goed kind’ gelukkig en succesvol zal zijn in het leven.

 

De geest is niet in staat om het leven te beheersen, het is de functie van de geest om illusoire individuen in een illusoire wereld van tijd en ruimte te reflecteren. In deze door het leven bestuurde show lijkt de mens de doener, spreker en denker te zijn. De mens is in feite een verfijnd dier dat slechts geluiden maakt. Als deze geluiden op ‘echte’ woorden lijken die lichaam en geest kunnen beheersen, lijkt de mens problemen te hebben. Als wordt begrepen dat woorden illusoir zijn, dan kan van de illusie van geluid genoten worden.

 

Het leven ontvouwt zich spontaan zonder instructies van de geest. Dit inzicht stelt ouders in staat om hun kinderen weer onvoorwaardelijk lief te hebben.

 

Quote Dr. Vijai Shankar: “Het Leven brengt de geest teweeg.”

 

© Copyright 2010 Marcus Stegmaier, M.A.

 

 

Terug naar ingezonden artikelpagina

 

back to articles page