Marcus Stegmaier, M.A.

Gepubliceerd op www.nevernothere.com

USA

26 juni 2010

 

 

‘Luister naar de Meester én naar je geest!’

 

Voor elk woord dat het ego gebruikt heeft het een bepaalde betekenis. Liefde, geluk, God… elk woord heeft een betekenis die gebaseerd is op de veronderstelling dat de mens een afgescheiden individu is, ofwel de denker, spreker en doener. En de taal van het ego is bovendien gebaseerd op de illusoire overtuiging dat de wereld, mens en geest echte entiteiten in het leven zijn. Taal is dualistisch van aard en de geest ziet deze dualiteit voor echt aan, terwijl de verlichte Meester begrijpt dat het illusoir is.

 

Om met de luisteraar te communiceren moet de Meester dezelfde taal ‘gebruiken’, want in een illusoire wereld van dualistische gedachten is een non-duale taal nu eenmaal niet beschikbaar. Om misverstanden op het niveau van taal te voorkomen, is een diepe verbinding tussen de Meester en de luisteraar nodig. Als deze verbinding tekortschiet zullen de woorden van de Meester zeker als louter intellectuele concepten worden begrepen, en zo’n oppervlakkig inzicht zal alleen maar tot méér illusoire verwarring leiden, in plaats van tot een spontane onthulling van echte helderheid.

 

De betekenis van de woorden van de Meester hebben een andere betekenis dan die van het ego. Hij gebruikt ze om uit te leggen dat de wereld van gedachten, die de mens voor echt aanziet, in feite illusoir is. Dit is niet iets wat een echt mens genaamd ‘een Meester’ doet, het is hoe het Leven de illusie van een Meester manifesteert om een illusoir individu te laten begrijpen dat de geest, mens en wereld illusoir zijn. Alleen wat illusoir is kan worden begrepen, niet wat echt is. Als wordt begrepen dat het illusoire illusoir is, onthult dat wat echt is zichzelf – als z’n illusoire reflectie.

 

Zo houdt voor het ego het woord ‘gelukkig’ een gevoel in dat het tegenovergestelde is van ‘ongelukkig’. Voor de Meester houdt ‘gelukkig’ vrijheid in van de gedachten ‘gelukkig’ en ‘ongelukkig’. Dit betekent dat de overtuiging van het ego, namelijk dat het in staat is zichzelf gelukkig te maken en ‘ongelukkig zijn’ te vermijden, wordt doorzien als zijnde illusoir, dit omdat de mens niet de doener, spreker en denker is. Als de mens de denker zou zijn, zou hij ongelukkige gedachten nooit toestaan. Dit is voldoende bewijs dat de mens niet de denker is.

 

Vrij zijn van gedachten betekent echter niet dat gedachten niet meer opkomen. Zolang de mens leeft is ook de geest aanwezig, maar de geest wordt dan niet meer in de vorm van echte woorden met echte betekenissen herkend, maar als geluid. De geest heeft dan voorgoed zijn macht verloren om echt te lijken. Bij verlichting gaat het er dus niet om dat je geen gedachten meer hebt. De poging om je van gedachten te ontdoen is net zo illusoir als elke andere daad. Het is slechts een zoveelste gedachte, wat weer niets anders is dan geluid.

 

De communicatie tussen de Meester en de luisteraar functioneert door middel van een herdefiniëring van de betekenissen van het ego, zodanig dat de illusoire aard van dualiteit, zoals die middels taal ofwel de geest wordt geprojecteerd, wordt onthuld. De geest bestaat in feite uit niets anders dan gedachten, en dat is ook wat het ego is. Gedachten zijn geluiden die als woorden met betekenissen verschijnen, kortom: taal.

 

Het inzicht in de illusoire aard van de geest is dus gebaseerd op een herdefiniëring van taal en verloopt via een ware Meester. Dit leidt in het dagelijkse leven tot meer bewustzijn van de manier waarop het Leven de geest echt doet lijken. Hierbij wordt de mens zich steeds bewuster van het feit dat het ego taal ‘gebruikt’, of misschien wel ‘misbruikt’, om de schijnbare echtheid van de wereld te handhaven, terwijl die in feite illusoir is; dit is de functie van het ego, al is het illusoir.

 

Zo houdt het woord ‘liefde’ normaalgesproken geen onvoorwaardelijke liefde in. De liefde van de geest heeft te maken met verwachtingen over wat de ander wel of niet zou moeten doen, zeggen of denken. Het ego is door deze overtuiging geconditioneerd. Als de Meester deze deceptie uitlegt, en de ware betekenis van het woord ‘Liefde’ wordt begrepen, zal, zelfs al wordt het aanvankelijk slechts intellectueel begrepen, dit woord in het dagelijkse leven van de mens een krachtige herinnering zijn om te beseffen wat liefde niet is, namelijk dat echte liefde niets met verwachtingen te maken heeft, want de mens is niet de doener, spreker en denker.

 

De functie van de geest, in het kader waarvan de liefde van het ego neerkomt op minimale haat, en haat minimale liefde is, wordt in het dagelijkse leven evidenter naarmate de luisteraar zich bewuster wordt van de betekenissen die de Meester middels herdefiniëring aan de woorden heeft gegeven. Aan de andere kant kan het voor iemand die nog niet aan de herdefinities van de Meester gewend is in het begin behoorlijk verwarrend zijn, omdat het voor de geest van de luisteraar net lijkt alsof de Meester de woorden verkeerd gebruikt.

 

Als de Meester bijvoorbeeld het woord ‘wijsheid’ gebruikt, is het misschien niet meteen duidelijk wat ermee bedoeld wordt. ‘Wijsheid’ is één van de vele woorden die het ego misbruikt, voor wie het zo iets betekent als ‘wijze handelingen, woorden of gedachten die voortgebracht zijn door een slimme geest’, of ‘kennis die tot wijze handelingen leidt’. In de heilige geschriften van de mystieke tradities betekent het woord ‘wijsheid’ natuurlijk heel iets anders. Als de Meester dit woord gebruikt begrijpt de geest van de luisteraar alleen zijn eigen geconditioneerde betekenis.

 

En als de geest bijvoorbeeld heeft geleerd dat verlichting niets te maken heeft met wijs zijn, en zich niet bewust is van de herdefinitie van wijsheid van de Meester, zal het niet eens naar deze Meester luisteren, want terwijl hij over wijsheid spreekt wordt ervan uitgegaan dat het dat niet is. Maar dat het ego bepaalde mystieke sleutelwoorden niet goed begrijpt wil nog niet zeggen dat ze opzij geschoven moeten worden! In plaats van ze terzijde te schuiven dient de oorspronkelijke betekenis te worden geherdefinieerd zodat een dieper inzicht in de mystieke geschriften de mens kan overkomen.

 

Als de luisteraar openstaat voor dit herstelproces van mystieke sleutelwoorden, dat via herdefiniëring lijkt te verlopen, zonder zich vast te klampen aan zijn eigen kennis en overtuigingen over woordbetekenissen, kan hem, in plaats van bestendiging van oppervlakkige kennis, inzicht overkomen dat tot wijsheid leidt.

 

Omdat iedere Meester zijn eigen manier heeft om woorden te herdefiniëren, kan het behulpzaam zijn om een poosje geduldig naar verschillende Meesters te luisteren, dit in plaats van alleen te luisteren naar de interpretaties van je eigen geest. Want hierin schuilt het gevaar van misverstanden. Als namelijk de woorden van de Meester samengaan met de betekenissen van de eigen geest, en als ze de eigen concepten en overtuigingen alleen maar versterken, zullen ze gemakkelijk omarmd worden, waarbij de Meester een ‘wijze’ indruk op het ego maakt. Wat niet begrepen wordt, of wat tegenstrijdig lijkt te zijn met de overtuigingen van het ego, wordt genegeerd, wat de normale functie is van de geest.

 

Maar dit leidt slechts tot een oppervlakkig en intellectueel inzicht dat een dieper inzicht tegenhoudt, omdat de geest in dit geval alleen maar naar zichzelf luistert. Dit in plaats van zowel naar de Meester als naar zichzelf te luisteren, waarbij de verschillen van inzicht kunnen worden begrepen, en waardoor men naar het tijdloze inzicht van de Meester kan toegroeien in plaats van in het eigen oppervlakkige geloofssysteem te blijven zitten dat gebaseerd is op de manier waarop het ego taal gebruikt.

 

Woorden kunnen dus op een manier gebruikt en begrepen worden waarbij ze de overtuiging versterken dat de wereld, mens en geest echt zijn. Of ze worden op een manier gebruikt en begrepen waarbij ze een ‘tegengif’ voor de geconditioneerde geest vormen, en ze hun eigen illusoire aard onthullen. De woorden van de Meester nodigen hun eigen ondergang uit. De woorden van de Meester zijn net zo illusoir als de woorden van het ego, maar onthullen niettemin de illusoire aard van de geest, mens en woorden – wat een wonder!

 

Nadat een diep, tijdloos inzicht in de illusoire aard van de geest heeft plaatsgevonden, zijn woorden natuurlijk niet meer nodig om het Leven te leven zoals het Leven is, in plaats van de overtuigingen van de geest over ‘hoe het leven zou moeten zijn’ te geloven. Tijdens een ontmoeting met een Meester dient de luisteraar volledig open te staan voor de manier waarop de Meester taal gebruikt, en niet alleen te luisteren naar zijn eigen overtuigingen. Een luisteraar die echt wil begrijpen – maar dit moet hem wel overkomen! – zal altijd proberen uit te zoeken wat de Meester met zijn woorden werkelijk bedoelt, in plaats van aan te nemen dat hij hem op één of andere manier al heeft begrepen.

 

Natuurlijk zal het ego vaak het gevoel hebben dat het ‘gecorrigeerd’ wordt door de Meester in hoe taal ‘zou moeten’ worden gebruikt en begrepen. De Meester is echter niet geïnteresseerd in het corrigeren van anderen en deelt alleen maar een inzicht in het Leven, en dat gaat veel dieper dan het inzicht van de geconditioneerde geest.

 

Na een poosje zal de luisteraar merken – als dit gebeurt – dat de geherdefinieerde woorden van de Meester, zoals inzicht, wijsheid, liefde, geluk of God, de illusoire wereld véél adequater beschrijven dan de geconditioneerde woordbetekenissen van het ego.

 

Luister naar de Meester én naar je geest, niet alleen naar je geest!

 

© Copyright 2010 Marcus Stegmaier, M.A.

 

 

Terug naar ingezonden artikelpagina

 

back to articles page